In de vrije natuur kan de plant snel uitgroeien tot bossen met een doorsnede van wel twee meter. Aan de stengel vormen zich bij ieder blad meerdere wortelkransen. Per stengel kunnen er wel 10-15 van deze wortelkransen ontstaan. In het najaar zakken de stengels naar de bodem en in het volgende voorjaar vormen bij de wortelkransjes weer nieuwe planten. De plant kan zich op die manier over een groot oppervlak en met een hoge dichtheid voortplanten.

Doordat de plant zeer dichte matten van plantmateriaal vormt is hij ook in staat om sloten en andere wateren volledig te verstikken. Zodra deze grote hoeveelheid planten afsterft aan het einde van het seizoen kan het zuurstofniveau van het water sterk dalen.

En verder zorgt de plant voor problemen met:

• Verdriniging inheemse flora en founa
• Gevaar veiligheid verkeer
• Belemmering recreatie (zwemmen enz.)
• Belemmering waterhuishouden
• Toename kosten (verwijderen plant, onderhoud enz.)
• Minder beestjes in het water doordat de cabomba het zuurstof niveau laat dalen
• Boten nemen de Cabomba uit andere delen mee, waardoor het zich verder verspreid.
• Moeilijk om met een boot alle kleine deeltjes van de Cabomba weg te halen, hierdoor moet er vaak nog met de hand na afloop de Cabomba weggehaald worden.